Kopie zonder origineel
Voor de website van het kunstmagazine Mister Motley, editie Kopie, heb ik een artikel geschreven over ‘de moeder van de performancekunst’ Marina Abramovic. Zij heeft in 2005 performanceshits uit de jaren ’70 opnieuw gedaan in het Guggenheim museum in New York.
Kopiëren zonder origineel
Marina Abramovic: Seven Easy Pieces
Tekst: Marieke Buijs
Marina Abramovic, bekend van haar heftige body-art en langdurige, soms levensgevaarlijke, performances voerde in het Guggenheim New York in 2005, vijf performancehits opnieuw uit:
Body Pressure (1975) van Bruce Nauman,
Action Pants: Genital Panic (1969) van Valie Export,
Seedbed (1972) van Vito Acconci,
Het beroemde How to Explain Pictures to a Dead Hare (1965) van Joseph Beuys
en The Conditioning (1973) van Gina Pane.
Op de zesde dag herhaalde ze Lips of Thomas (1975) van zichzelf en de laatste dag deed ze een nieuwe. Zeven dagen lang een andere performance, die elke keer zeven uur duurde.
De keuze van Marina Abramovic om performances uit de jaren ‘70 opnieuw te doen, heeft alles te maken met documentatie en de kunstgeschiedenis. Destijds was het de bedoeling om erbij te zijn, om de performance live te ervaren. Een film is slechts een afspiegeling van wat er werkelijk gebeurt: je mist de spanning, de verveling en het zweet. De performances zijn om die reden vaak summier gedocumenteerd en leven voornamelijk voort in legendes, ooggetuigenverslagen en slecht fotomateriaal.
Abramovic onderzoekt met Seven Easy Pieces de mogelijkheden van het herhalen en conserveren van een kunstvorm die tijdelijk van aard is. Kopiëren om de performancehits van toen een (betere) plek in de kunstgeschiedenis van nu te geven. Maar gaat het hier wel om kopiëren, kan dat zo maar? En hoe zit het dan precies met die nieuwe plek in de kunstgeschiedenis?
Copyright
Kopiëren is niks nieuws. Vervalsers doen niet anders en in de muziek worden elke dag covers gelanceerd. Ook kunstenaars maken soms gebruik van een kopie. Richard Prince reproduceerde The Marlboro Man (zie Mister Motley Kopie). De vervalser heeft lak aan rechten, zo ook Richard Prince, maar in de muziek moet er grof voor worden betaald. Niet zo gek ook, als kunstenaar wil je niet dat jouw geniale werk zo maar wordt gekopieerd zonder dat je daar iets voor terugkrijgt.
Marina Abramovic kreeg zelf ook te maken met copy cats. Een foto in de Italiaanse Vogue (1998) was letterlijk afgeleid van één van haar performances, zonder haar hiervan op de hoogte te stellen. Een advocaat erop afsturen, leidde tot niets. Haar performance van twaalf dagen vasten in galerie Sean Kelly Gallery kwam terug in een aflevering van Sex and the City. Hiermee blijkt ze zelf minder problemen te hebben: “It’s fantastic, the popular culture absorbing me,” zegt ze erover in een interview. Daaruit spreekt een nogal ambivalente houding van Abramovic ten opzichte van het kopiëren.
Wat het herhalen van haar eigen performances door anderen betreft, raadt ze bovendien aan haar vooral toch even te informeren. Want sommigen zijn levensgevaarlijk: “and I don’t want the responsibility.”
Voor Seven Easy Pieces wil ze op een zo discreet mogelijke manier te werk gaan. Ze heeft alle kunstenaars of hun nabestaanden om toestemming gevraagd. De weduwe van Joseph Beuys ziet het aanvankelijk niet zitten maar laat zich overhalen door een bezoekje van mevrouw Abramovic. Chris Burden is minder enthousiast en laat via zijn secretaresse weten er geen toestemming voor te geven om zijn Transfixed (1974) performance opnieuw te doen. De andere kunstenaars hebben er minder moeite mee. Ze krijgt overal toestemming voor. Waarom? Misschien omdat ze beseften dat de nieuwe uitvoering geen kopie zal zijn, maar een nieuw werk.
Kopie?
Het herhalen van iets, veronderstelt dat er een origineel van is óf was. Dit is interessant als we kijken naar de werking van Seven Easy Pieces. Verliest de performance door de herhaling haar kracht?
Volgens Walter Benjamin verliest een kunstwerk bij reproductie haar aura. Deze aura bestaat alleen bij het originele werk. In het geval van Seven Easy Pieces zou er geen aura kunnen bestaan omdat het een herhaling betreft. Toch is dit niet per se zo, om twee redenen. Om te beginnen is er geen origineel. Het eerdere werk bestaat niet meer, het bestond alleen in het moment, zo ook de aura. Dit is kenmerkend voor een performance, de aura zit in het moment van opvoeren en vervliegt direct na afloop ervan.
Nu de herhaling. Abramovic heeft alle performances in een nieuw jasje gestoken. Door de tijd (2005, steeds zeven uur) en de plaats (het Guggenheim) van de heropvoeringen wordt elke performance een nieuw werk in een nieuw moment. Er ontstaan nieuwe reacties, interventies van het publiek en dus nieuwe betekenissen, en als we bij Benjamin blijven, een compleet nieuwe aura. We kunnen dus niet spreken van een ‘simpele’ kopie of herhaling. Er is niet eens een origineel én de werken zijn bewust anders uitgevoerd. Aan kracht hoeven de her-opgevoerde performances dus niets in te boeten.
Nieuwe geschiedenis
Als het niet gaat om een één-op-één herhaling, hoe zit het dan met de plek in de kunstgeschiedenis die Abramovic wil claimen?
Omdat er geen goed documentatiemateriaal bestaat, moest ze uitgaan van slechte filmbeelden, foto’s en verslagen. Het origineel was verdwenen. De enige manier om de performances opnieuw te kunnen doen, was het interpreteren van die documentatie. Door dit te doen, herschrijft ze de geschiedenis.
De (post) moderne opvatting met betrekking tot de geschiedenis is dat zij altijd een interpretatie is. Er bestaat nooit een objectieve representatie van het verleden. Deze gedachte schept ruimte voor een herziene, een herschreven geschiedenis. Dat is ook wat Abramovic doet, ze herschrijft de performances uit de jaren ’70. Tegelijk gaat het haar erom de kunstwerken een (betere) plek te geven in de geschiedenis. Ze wil de performances uit de jaren ’70 inschrijven in de hedendaagse kunstgeschiedenis. Dat doet Abramovic door de performances (op een andere manier) opnieuw op te voeren en dit keer wel goed te documenteren zodat het werk geconserveerd kan worden.
Om generaties na ons ook het werk te kunnen laten zien, is alles gefilmd door Babette Mangolte. Zij bracht de 49 uur durende performances terug tot 90 minuten film. Deze film documenteert de performances van toen, in 2005. Maar wat is er nu eigenlijk gedocumenteerd?
Ego document
Het herhalen van de performances betekent voor Abramovic ook een heroverweging van de werken. Ze past de performances aan door ze zich toe te eigenen. Ze verandert dingen. De blinde muur in de Bruce Nauman performance is bij haar van glas. De verlenging (7 uur!) maakt dat de performances een enorme verdraagzaamheid en uithoudingsvermogen eisen van Abramovic. Precies zoals we gewend zijn van haar eerdere werk. Opmerkelijk is dat ze vooral persoonlijke elementen toevoegt aan de performances van een ander.
Daarbij moet worden aangetekend dat Abramovic de enige is die door is gegaan met performances terwijl haar collega’s van medium veranderden. In een interview zegt de inmiddels zestig jarige vrouw dat ze een sterke drang voelt om de herinneringen aan de performancekunst, die haar zo beïnvloed hebben als kunstenaar, te conserveren. Aha, het is dus niet alleen een kwestie van conserveren maar ook eigenbelang. Het lijkt haast een melancholische overweging: ik wil mijn inspiratie niet verliezen aan de tand des tijds.
Omdat Seven Easy Pieces een nieuw werk is en geen simpele kopie, is de film (de documentatie) geen conservatie van de performances uit de jaren ’70 maar een conservatie van haar eigen werk, geïnspireerd door performance art en kunstenaars uit de jaren ‘70. Via een persoonlijke omweg krijgen de kunstenaars en performances van toen én vooral Marina Abramovic, een nieuw plekje in de kunstgeschiedenis, in de boeken en op film. Al moeten ze het hier wel zonder aura stellen…
Details
- Client : Mister Motley